Onderwerp van de certificatie
De certificatie wordt toegepast op beton dat valt onder het toepassingsgebied van de normen NBN EN 206 en NBN B 15-001. De certificatie van stortklaar beton omvat zowel de productie als de levering. Indien de betonproducent voor de levering van stortbeton beroep doet op een verhuurbedrijf dient deze laatste BENOR-gecertificeerd te zijn.
De bijzondere bepalingen met betrekking tot mengsels die aan andere specificaties voldoen, voorbeeld wegenbeton, hydraulisch gebonden mengsels, … maken het voorwerp uit van specifieke documenten.
Controles
Voor de BENOR-certificatie van stortbeton en de levering van stortbeton in onderaanneming treedt de afdeling stortbeton op als inspectie-instelling in opdracht van de certificatie-instelling PROCERTUS.
De inhoud van het externe controleschema is functie van de productiehoeveelheden van de betoncentrale. De door de keuringsinstelling uitgevoerde taken worden uitgevoerd tijdens controlebezoeken van verschillende types: de audit van het productiecontrolesysteem, het technische bezoek van de ITT, de technische bezoeken van de productie- en conformiteitscontrole en de technische monsternamebezoeken.
Er wordt vooral gefocust op de controle van het geleverde product op de werf.
Daartoe worden er meerdere monsternames op de werf voorzien ten opzichte van de controletijd voor de meer administratieve processen zoals bijvoorbeeld auditing.
COPRO stond tijdens 2024 in voor de inspecties en audits bij 17 producenten. Bij deze producenten werden in totaal 68 technische bezoeken van de productie- en conformiteitscontrole, 136 technische monsternamebezoeken, 13 technische bezoeken voor het nazicht van de ITT en 7 audits van het productiecontrolesysteem uitgevoerd.
Tevens gebeurden 24 steekproefsgewijze beoordelingen van huurmixerchauffeurs en 10 steekproefsgewijze beoordelingen van huurmixers in het kader van de BENOR-certificatie van leveringen in onderaanneming.
Evolutie
Nieuwe versie van de NBN B 15-001 en oprichting van de vzw PROCERTUS die voortvloeit uit de fusie van de vzw's BE-CERT, PROBETON en OCAB-OCBS.
Begin januari 2025 werd een nieuwe versie van de NBN B 15-001 “Beton – Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit – Nationale aanvulling bij NBN EN 206:2013+A2:2021” gepubliceerd.
Om te voldoen aan de nieuwe versie van de norm dienden de producenten alle vereiste maatregelen te implementeren voor eind juni 2024.
Een van de wijzigingen was dat de methode voor het bepalen van de vorstbestendigheid volgens NBN EN 1367-2:2010 (methode met magnesiumsulfaat) niet meer is toegelaten voor gerecycleerde granulaten. Deze mogen niet meer gebruikt worden in milieuklassen XF1 t.e.m. XF4 (omgevingsklassen EE2, EE3, EE4, ES2 en ES4).
Producenten die gebruik maken van gerecycleerde granulaten waarvan de vorstbestendigheid aangetoond werd volgens NBN EN 1367-2:2010 moeten de vorstbestendigheid van het granulaat (of van het ermee geproduceerd beton) op een andere manier aantonen bij gebruik ervan in de bovenvermelde omgevings- en/of milieuklassen.
Een andere aanpassing was dat bij de berekening van de alkalibalans van samenstellingen met kalksteenfiller de forfaitaire waarde voor het alkaligehalte in rekening gebracht dient te worden. Indien voor bestaande samenstellingen met kalksteenfiller de berekening gebeurde met een andere waarde, diende de berekening opnieuw te gebeuren met deze forfaitaire waarde en moest geverifieerd worden of nog steeds voldaan werd aan de eisen van de norm.
Op 1 april 2024 bundelden de vzw’s BE-CERT, PROBETON en OCAB-OCBS hun krachten en samen vormen ze nu de vzw PROCERTUS.
In overeenstemming met de voorschriften van de vzw BENOR werd door PROCERTUS aan elke productie-eenheid een nieuw uniek identificatienummer toegekend. Dit identificatienummer, dat bestaat uit 4 cijfers, maakt deel uit van het nummer van elk certificaat dat uitgereikt wordt voor deze productie-eenheid. Bij elk BENOR-merk dat men aanbrengt op het product, het etiket, de verpakking, de leveringsbon, handelsdocumenten en publicaties moet steeds de productie-eenheid vermeld worden. Dat gebeurt doorgaans door het vermelden van het identificatienummer van die productie-eenheid, in de onmiddellijke omgeving van het BENOR-logo, of in het rechter eindveld van dat logo.
Alle producenten dienden de nieuwe identificatie tegen eind augustus 2024 toe te passen. Dit werd in het kader van de externe controle bij elke betoncentrale opgevolgd.
De proefmethode "alternatieve methode voor de homogeniteit van staalvezelbeton" uitgevoerd met het eyeD® toestel werd reeds in juni 2023 goedgekeurd. De criteria voor deze methode werden vastgelegd op basis van een representatief aantal proeven. Deze criteria dienden na één jaar geëvalueerd te worden op basis van een groter aantal resultaten uit de praktijk.
Gezien er werd vastgesteld dat het aantal beschikbare proefresultaten uitgevoerd volgens de alternatieve methode beperkt was, werd eind 2024 door PROCERTUS een sjabloon ter beschikking gesteld zodat de producenten de resultaten op een efficiënte wijze kunnen overmaken aan de certificatie-instelling. De evaluatie zal gebeuren wanneer men over een voldoende aantal resultaten beschikt.
Coördinatievergaderingen
Gelijke interpretatie van de reglementen
Voor de BENOR-certificatie van stortbeton en de BENOR-certificatie voor de levering in onderaanneming treden verschillende inspectieorganismen op. Vanzelfsprekend dienen alle inspecteurs de centrales, mixerchauffeurs en mixers op een objectieve en op een gelijke manier te controleren. Om dit op elkaar af te stemmen worden coördinatievergaderingen georganiseerd met de certificatie-instelling (PROCERTUS), COPRO en de andere inspectieorganismen. Deze vergaderingen hebben als doel om de interpretatie van het reglement te bespreken en eventuele discussiepunten binnen het reglement uit te klaren.
Gerelateerde productinformatie
INSPECTIES
Inspecties zijn controles uitgevoerd door inspecteurs van een keuringsinstelling - in opdracht van een certificatie-instelling – bij een leverancier, een producent, een aannemer of op een werf.